19 oktober: De garage
De garage is, net als de zolder en kelder, vaak een plek waar van alles en nog wat gestald wordt. Vaak zoveel, dat de auto er niet eens meer bij past. Hier wat ideeën om lekker opgeruimd de winter in te gaan!
1. Maak een plan. Bedenk wat je in de garage wilt opbergen en hoe je de ruimte wilt organiseren. Is het alleen een plek voor je auto of moet er ook geklust kunnen worden? Maak een plattegrond voor de activiteiten en een lijst van de items die u wilt behouden, items die weggegooid kunnen worden en items die u wilt doneren of verkopen.
2. Ruim de rommel op: Begin met het verwijderen van alle rommel en afval. Gooi kapotte en onbruikbare items weg. Scheid het afval en recyclebare materialen en breng het naar de kringloop of milieustraat.
3. Reinig de ruimte: Maak de vloer en muren grondig schoon. Verwijder spinnenwebben, stof en vuil. Overweeg het aanbrengen van een nieuwe verflaag op de muren om de ruimte frisser te laten lijken.
4. Sorteer en categoriseer: Sorteer de overgebleven items in categorieën. Bijvoorbeeld gereedschap, tuingereedschap, sportuitrusting, etc. Dit zal je helpen een overzicht te krijgen van wat je hebt en hoeveel ruimte je nodig hebt om alles op te bergen.
5. Nu kun je ook gaan nadenken over manieren om spullen op te bergen: planken, rekken, haken of kasten om de ruimte optimaal te benutten. Houd hierbij rekening met de frequentie van het gebruik van de items, zodat je veelgebruikte items gemakkelijk kunt bereiken. Maak gebruik van de hoogte van de garage. Hang haken aan het plafond voor de ladder of fietsen die minder vaak worden gebruikt. Schroef haken in de muur voor gereedschap en manden voor sportspullen, ballen en speelgoed. Teken op de vloer de ruimte waar de auto zou moeten staan, en markeer de plek waar de fietsen gestald worden. Deze lijnen moeten altijd zichtbaar zijn en de looppaden niet doorkruisen.
6. Plaats de items op hun aangewezen locatie en plak labels op de opbergdozen en bakken. Dit zal het gemakkelijker maken om alles terug te vinden. Ga minimaal eens per jaar je systeem na: wat werkt? Wat niet? Wat heb je inmiddels niet meer nodig? Waar heb je juist wel ruimte voor nodig. Door het bij te houden, wordt het een klus die “te doen” is, in plaats van een onbedwingbare berg.