Vanmorgen heb ik mezelf zó hard staan uitlachen, dat ik het toch met jullie wilde delen. Als professional organizer ben ik (uiteraard) een voorstander van vaste plekken toekennen aan je spullen, zodat je ze altijd kunt terugvinden.
Mijn huissleutels bijvoorbeeld hebben twee mogelijke plekken: in een mandje of in mijn tas. En omdat ik natuurlijk niet maar één tas heb, heb ik wel per tas weer een vaste plek: aan een sleutelhaak, in een vak met rits of aan een ring van de schouderband. Normaal grijp ik dus ook niet snel mis.
Vanmorgen wel. Ik pakte mijn groene tas, maar miste de sleutelbos aan de ring van de schouderband. Grrr. Ook niet in de sleutelmand. De andere tassen waren uitgesloten, want die had ik gisteren niet mee gehad op ons uitstapje en ik had gisteravond zelf de voordeur geopend. Had onze dochter dan mijn sleutels gebruikt om de kat buiten te laten? Ook niet. Op dat moment werd ik dus geïrriteerd: potjandorie, mijn vaste plekken klopten niet meer.
De sleutelbos lag natuurlijk wél in mijn groene tas, niet aan de haak, maar op de bodem. Zó gewend om niet verder te kijken, dat ik dat dus ook niet deed. Beroepsdeformatie, zullen we maar denken!
Reacties
RSS lijst met reacties op dit artikel